Algemene voorwaarden
Artikel 1 rijschool
Algemene Voorwaarden van Verkeersschool VDB
1.1. Verkeersschool VDB stelt deze Algemene Voorwaarden op voor alle overeenkomsten tussen leerlingen, de rijschool en andere partijen die verbonden zijn aan Verkeersschool VDB.
1.2. Verkeersschool VDB zorgt ervoor dat les wordt gegeven door instructeurs die aan de eisen volgens de Wet WRM voldoen.
Artikel 2: De Leerling
2.1. De leerling is verplicht het lesgeld volgens de tarieven per les contant te betalen, tenzij anders is afgesproken. De rijschool verstrekt een betalingsbewijs.
2.2. Indien een leerling gebruik wil maken van een aanbieding of spoedcursus, dient de leerling het bedrag voor de eerste les te betalen aan de rijschool, tenzij anders is afgesproken. De rijschool heeft een lijst beschikbaar waarop het betalingsverloop voor de cursus is aangegeven.
2.3. De leerling moet minimaal 16,5 jaar oud zijn en voor het 18e levensjaar dient er door de ouders een machtiging te worden ondertekend voor deelname aan de rijlessen bij Verkeersschool VDB, vanwege regels voor minderjarigen.
Art. 3 – Overschrijding van afspraken en/of betalingen
3.1. Als de leerling de overeengekomen afspraken en/of betalingen niet nakomt, heeft de verkeersschool het recht om een verzoek in te dienen voor de vooruitbetaling van enkele lessen of om de overeenkomst direct en rechtsgeldig te beëindigen en alle openstaande vorderingen op de leerling te verhalen. De verkeersschool behoudt zich het recht om deze vorderingen te laten innen door een door haar aangewezen incassobureau. Alle hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de leerling.
3.2. Wanneer de leerling een overeenkomst heeft gesloten voor lespakketten en de betaling hiervan niet nakomt, behoudt de verkeersschool zich het recht om dit bedrag, verhoogd met de geldende wettelijke rente, kosten en administratiekosten, in één keer terug te vorderen via een incassobureau. Alle hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de leerling.
3.3. Lespakketten zijn 12 maanden geldig. Na het vervallen van het lespakket kan er geen aanspraak meer worden gedaan op examens/rijlessen en verlopen lespakketten. De startdatum van het lespakket is de eerste les van het pakket die wordt vermeld op de afsprakenkaart. Ook na het verlopen van het lespakket is de leerling verplicht om het verschuldigde bedrag voor het lespakket aan de verkeersschool te betalen.
Art. 4. Vrijwaring
4.1. De leerling verklaart dat hij/zij niet is uitgesloten van het besturen van voertuigen en dat zijn/haar rijbewijs niet is ingetrokken.
4.2. De rijschool is niet verantwoordelijk voor enige schade of verwonding van de leerling die niet door de normale verzekering wordt gedekt, zoals het rijden onder invloed van verdovende middelen, medicatie die de rijvaardigheid kan beïnvloeden en andere handelingen die volgens de wet strafbaar zijn.
4.3. De rijschool en haar vertegenwoordiger, de instructeur, aanvaarden geen verantwoording voor de resultaten van tussentijdse toetsen, examens of andere door het examenbureau geëvalueerde onderdelen van de rijbevoegdheid.
Art. 5 Les
5.1. Elke les duurt 60 minuten. Als de leerling verhinderd is, dient hij de les uiterlijk 36 uur van tevoren af te zeggen. Als de les niet wordt afgezegd, is de leerling de volledige lesprijs verschuldigd aan de rijschool.
5.2. De les begint of nabij het woonadres van de leerling, tenzij anders overeengekomen met de rijschool.
5.3. Het actietarief voor een proefles is eenmalig per leerling en geldt niet voor leerlingen met een rijbewijs.
5.4. Alle lespakketten, cursussen, rijopleidingen en rij-examens zijn 12 maanden geldig. Het gekozen pakket moet binnen 12 maanden worden verbruikt door de leerling. De startdatum van het pakket is op de eerste les.
Art. 6. Aanvraag praktijkexamen
6.1. De kosten voor het aanvragen van het CBR/CCV examen staan vermeld op de website van de rijschool.
6.2. De vaste instructeur van de leerling bepaalt in overleg met de leerling wanneer de aanvraag voor het praktijkexamen gedaan wordt.
6.3. De rijschool is verantwoordelijk voor het versturen van de aanvraag voor het praktijkexamen. Dit gebeurt na volledige betaling door de leerling. Als de leerling ongeschikt blijkt te zijn, heeft de rijschool het recht om de examenaanvraag te weigeren voor verzending.
6.4. De leerling heeft het recht om een proefexamen af te leggen, welke afgenomen wordt door een externe instructeur/examinator. De kosten hiervan zijn voor rekening van de leerling.
6.5. De leerling is verantwoordelijk voor het tijdig halen van het theoriecertificaat en het meebrengen van de noodzakelijke papieren voor het praktijkexamen. De rijschool is niet verantwoordelijk voor nalatigheid van de leerling of voor handelingen en/of uitspraken van het CBR of BNOR omtrent het afgenomen examen.
Art. 7. Beëindiging van de overeenkomst
7.1. De leerling kan deze overeenkomst alleen tussentijds beëindigen bij een dringende reden, maar is wel verplicht om de reeds afgesproken lessen af te ronden.
7.2. Bij vroegtijdige beëindiging door de leerling van aanbiedingslessen, aanbiedingen of spoedcursussen waarop korting wordt gegeven, is er geen terugbetaling van les- of examengeld mogelijk.
7.3. In geval van permanente ziekte of invaliditeit zal de rijschool, na beoordeling van de situatie, de openstaande bedragen terugbetalen, exclusief administratiekosten.
7.4. Bij vroegtijdige beëindiging door de leerling van pakketten of opleidingen is er geen terugbetaling van les- of examengeld mogelijk.
Art. 8. Verantwoording
8.1. De rijschool is verzekerd volgens de gebruikelijke procedure voor deelname aan het verkeer. Als de leerling nog geen geldig rijbewijs bezit, is de instructeur beschouwd als bestuurder. Als de leerling wel in het bezit is van een geldig rijbewijs, geldt de instructeur niet als bestuurder.
8.2. Les wordt gegeven in of met voertuigen waarvoor een verzekering is afgesloten voor de inzittenden.
8.3. De rijschool is niet verantwoordelijk voor het verliezen van persoonlijke en/of waardevolle bezittingen voor, tijdens of na de les. De leerling is zelf verantwoordelijk voor zijn eigendommen.
Art. 9. Conflictbeslechting
9.1. Alle conflicten tussen partijen die niet door onderling overleg kunnen worden opgelost, zullen beslist worden door een bevoegde rechter.
9.2. Alle kosten voortvloeiend uit een conflict komen ten laste van de dagvaarder, tenzij anders bepaald door de rechter in zijn uitspraak